Programma 4. Klimaat, energie en openbare ruimte
1. Wat willen we bereiken?
Klimaatverandering is niet alleen iets van de toekomst, het speelt nu al. De overstromingen in Limburg, de inmiddels jaarlijkse hittegolven en de afgelopen droge zomers laten zien dat ingrijpende maatregelen snel nodig zijn, ook in Oss. Klimaatadaptatie, natuurherstel en duurzame energievoorziening zijn – naast voldoende en betaalbare woningen – dan ook de grote en urgente opgaven waar we in het ruimtelijk domein voor gesteld staan. Het zijn opgaven die complex zijn in zichzelf en door hun samenhang. Vanuit de rijksoverheid komen vanuit verschillende nationale programma’s middelen ter beschikking om deze opgaven aan te kunnen pakken.
In Oss staan de duurzame energieopwekking en de voorbereiding op de effecten van de klimaatverandering prominent op de agenda om de toekomst duurzaam vorm te geven. Als gemeente moeten we nu keuzes maken om onze lange termijn doelstellingen te behalen: in 2050 zijn we als gemeente klimaatadaptief en energieneutraal. Om dit doel te bereiken werken we de komende tijd aan de ontwikkeling van een Energievisie die de kaders stelt voor de periode 2030-2050 die we ook regionaal zullen afstemmen. Ook komen we met de 'koersnota Klimaatadaptatie', waarin we de doelen 2050 vertalen naar de doelen in 2030, en een bijbehorend uitvoeringsprogramma.
Daarnaast blijven ons inzetten op het realiseren van onze afvaldoelstellingen: minder restafval, meer grondstoffen scheiden en hergebruiken, de CO2-uitstoot beperken, de kosten van afvalbeheer beter beheersbaar maken en de dienstverlening aan de inwoners op peil houden.
2. Wat zijn de komende periode de belangrijkste speerpunten?
Energietransitie
Opstellen Energievisie
In 2050 zijn we als gemeente energieneutraal. Om dit doel te bereiken werken we de komende tijd aan de ontwikkeling van een regionaal af te stemmen Energievisie die de kaders stelt voor de periode 2030-2050.
Energiebesparing
We hanteren nog steeds de doelstelling om 11% energie te besparen in 2030 ten opzichte van 2017. We hebben hiervoor een uitvoeringsprogramma voor de periode 2023-2026 opgesteld, dat naast een doelgroepenaanpak ook steeds meer een wijkgerichte aanpak (vanuit de warmte transitie) kent. En speelt gedragsverandering bij bewoners en bedrijven in 2024 een belangrijke rol. De komende 9 jaar nemen we deel aan het Energiebod voor de bedrijven.
We hanteren de doelstelling van 11% netto besparing in 2030 ten opzichte van 2017. Een ambitieuze doelstelling gelet op het feit dat we de laatste jaren zien dat de gerealiseerde besparing als gevolg van economische groei en comfortbehoefte ertoe leidt dat de energievraag ongeveer gelijk blijft.
Het Uitvoeringsprogramma Energiebesparing 2019-2023 wordt in 2023 opgevolgd door een nieuw Uitvoeringsprogramma voor de periode 2023-2026. Na goedkeuring door de Raad wordt dit programma bepalend voor de activiteiten die we in 2024 gaan uitvoeren.
In 2024 voeren we op basis van het toegekende budget de projecten uit in het kader van het Nationaal Isolatie Programma (NIP). Naast doelgroepenaanpak gaat het energiebesparingsprogramma zich steeds meer richten op de wijkgerichte aanpak mede met het oog op de afstemming van de activiteiten op reduceren van de warmtevraag. Energiebesparingsprogramma en activiteiten van de warmte-transitie worden gebundeld in een Programma gericht op de Gebouwde Omgeving. Naast concrete maatregelen op het gebied van isolatie, zonnepanelen, duurzame warmte en adviserend toezicht bij bedrijven ligt het accent ook op gedragsverandering bij bewoners (speerpunt Schadewijk en Herpen) en bedrijven (speerpunt Verduurzaming Moleneind-Landweer). We nemen deel aan “Energiebod” van de Omgevingsdienst Brabant Noord; ODBN gaat komende 9 jaren bij alle bedrijven in de regio adviserend toezicht uitvoeren op gebied van de energiebesparende maatregelen. Het een en ander vindt plaats binnen het reguliere werkprogramma van de ODBN en binnen de bestaande budgetten voor de ODBN.
Grootschalige duurzame opwek
De doelstelling voor grootschalige duurzame opwek is 1,008 PJ tot 2030. We continueren onze inzet op de ontwikkeling van de Duurzame polder (in samenwerking met gemeente Den Bosch en provincie Noord-Brabant) en het windpark Elzenburg-De Geer. Samen met Enexis zorgen voor een locatiekeuze voor het tussenstation in Oss. Pas als de netwerkproblematiek is opgelost verwachten we dat nieuwe initiatieven voor zonne-energie weer worden opgepakt.
- Afhankelijk van de besluitvorming door de Raad van State wordt in 2023 of 2024 windpark Elzenburg-de Geer gerealiseerd. Voor zonneveld de Munlaan wordt de vergunning definitief. Dat levert een substantiële bijdrage aan de energie-opwekking op eigen grondgebied.
- De ontwikkeling van het windpark Duurzame Polder doorloopt in 2023 en 2024 het MER traject dat uit gaat monden in een VoorKeursAlternatief om vervolgens het vergunningentraject op te starten. Op deze wijze gaan we het aandeel duurzame opwek van Oss in de RES NOB opgave invullen.
- Tegelijkertijd verwachten we in samenspraak met Enexis te kunnen starten met locatiekeuze en voorbereidingen voor de procedure om een tussenstation (150Kv) in Oss te gaan realiseren.
- Met de bijgestelde Nota Grootschalige opwekking van zonne-energie is er een kader geschetst voor nieuwe zonne-energie projecten. Totdat de netwerkproblematiek is opgelost verwachten we dat nieuwe initiatieven niet gerealiseerd kunnen worden.
Warmtetransitie
Onze doelstelling voor 2030 is dat we 7.500 bestaande woningen aardgasvrij willen maken, te beginnen in de Schadewijk en in Herpen. In 2024 willen we het eerste WijkUitvoeringsPlan en voorleggen aan de Raad ter vaststelling. De Transitievisie Warmte vormt de basis voor de uitvoering van de warmte-transitie in Oss. In deze Transitievisie is vastgelegd dat we in Oss in 2030 7.500 bestaande woningen aardgasvrij willen maken te beginnen in de Schadewijk en in Herpen. Hiertoe worden de acties op het gebied van Energiebesparing de komende tijd steeds meer wijkgericht ingezet om zo de warmtevraag te reduceren voordat we overschakelen op een alternatief voor aardgas. De verwachting is dat in 2024 de wetgeving tot stand komt waarin we als gemeente worden aangewezen als regisseur van de warmte-transitie en tevens de mogelijkheid krijgen om vast te stellen wanneer een wijk of kern in de gemeente aardgasvrij wordt (van het gas af gaat). Onderzocht wordt welke alternatieven technisch en financieel haalbaar zijn en wat de consequenties van de verschillende alternatieven zijn voor de openbare ruimte en voor wat betreft uitvoeringsorganisatie.
Wij gaan een intensief participatietraject met de bewoners en bedrijven in Schadewijk en Herpen doorlopen om te komen tot een haalbaar en betaalbaar alternatief voor aardgas.
In 2024 realiseren we het eerste WijkUitvoeringsPlan en leggen we dit aan de Raad voor ter vaststelling.
Energie Armoede
Als gevolg van de Oekraine-oorlog en daaraan gekoppelde energiecrisis zijn de prijzen van aardgas en elektriciteit fors gestegen. Hierdoor zijn vooral de mensen met lage inkomens (tot 120% van het minimum inkomen) en veelal energietechnisch slechte woningen financieel in de problemen gekomen. Het gaat in Oss naar schatting om 5.100 inwoners/adressen. Om deze mensen die last hebben van energie-armoede te helpen worden aan hen energietoeslagen uitbetaald. Daarnaast krijgen we als gemeente een budget van de Rijksoverheid om voor deze doelgroep concrete maatregelen te financieren (zoals de klusbus, keukentafelgesprekken, witgoedvouchers etcetera). Hiermee continueren we de huidige aanpak voor energiearmoede.
Uitvoeringsmiddelen Klimaat en energiebeleid
We ontvangen uitvoeringsmiddelen voor het klimaat- en energiebeleid voor de jaren 2023 tot en met 2025. Jaarlijks een bedrag van afgerond € 1,5 miljoen. Dit bedrag is bestemd voor personele en bijbehorende materiële kosten (onderzoekskosten e.d.). De afgelopen jaren hebben we al fors geïnvesteerd in extra capaciteit voor de uitvoering van het klimaatakkoord. Vanuit de bestaande formatie hebben we in beeld gebracht dat dit een bedrag betreft van € 1,3 miljoen per jaar. Om de versnelling in CO2-reductie tot stand te kunnen brengen hebben we nog extra formatie nodig, dit kost afgerond € 0,3 miljoen .
Inzetten op besparen en opwekken van energie waar het gebruikt wordt
Met betrekking tot energiebesparen hebben we acties en projecten in uitvoering die gericht zijn op huurwoningen, koopwoningen, bedrijfsgebouwen, VVE’s, monumenten, maatschappelijk vastgoed en gemeentelijk vastgoed. Hiermee wordt op alle plaatsen waar dit aan de orde is gewerkt aan vergroten van bewustzijn om en daadwerkelijk energiebesparen.
Het opwekken van energie waar het gebruikt wordt stimuleren we in de vorm van zonne-energie op daken (zowel kleinschalig op woningen als grootschalig op grote daken). De meeste duurzame energie-installaties zijn aangesloten op het netwerk en de geproduceerde energie gaat dus het netwerk op. Alleen waar installaties niet op het netwerk aangesloten zijn en beschikken over opslagmogelijkheden kan de geproduceerde energie ook ter plekke volledig gebruikt worden.
Dergelijke ‘off the grid” installaties zijn in Oss voorzover bekend niet aanwezig. Het stimuleren van ‘off the grid” installaties is gelet op de netwerkschaarste de moeite waard. Naast de hoge kosten van opslagfaciliteiten vergt dit ook overleg en afstemming met de netwerkbeheerder, is een complex traject van lange adem.
Programma klimaatadaptatie
We bouwen aan een klimaatadaptief Oss van de toekomst, waarin bewoners, bedrijven, flora en fauna minder kwetsbaar zijn voor de effecten van klimaatverandering. Wat we verstaan onder een ‘klimaatadaptief Oss’ en hoe we hier naartoe werken, leggen we vast in de ‘Koersnota Klimaatadaptatie’. Hierin leggen we de verbinding met andere opgaven op het gebied van gezondheid, verstedelijking, mobiliteit, energietransitie, woonopgave en transitie van de landbouw.
Wat we de komende jaren gaan doen nemen we op in een uitvoeringsagenda. Hierbij leggen we de focus op (1) water (waterveiligheid, het tegengaan van wateroverlast en grip op droogte), (2) hitte en (3) robuuste ecosystemen. We kiezen voor een integrale aanpak, waarbij we inzetten op het zoveel mogelijk combineren van opgaven op het gebied van klimaatadaptatie en het realiseren van (andere) maatschappelijke baten. Het Rijk en provincie zetten ook volop in op een groene, klimaatrobuuste omgeving. Met structurerende keuzes en bijvoorbeeld de landelijke "Maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving" krijgen we handvaten aangereikt die we in een Osse aanpak gaan verfijnen. Ook kiezen we zoveel mogelijk voor natuurlijke oplossingen, omdat het natuurlijk systeem de klimaatextremen het veerkrachtigste kan opvangen. Waar er geen plek is voor natuurlijk meebewegen passen we slimme technische oplossingen toe.
1. Water (waterveiligheid, wateroverlast en grip op droogte)
Om de waterveiligheid langs de Maas nu en in de toekomst te behouden werken we met het waterschap Aa en Maas aan sterke dijken. We werken in 2024 verder aan de realisatie van het project Meanderende Maas op de trajecten Cuijk-Ravenstein en Lith-Bokhoven. Deels financieren we dat zelf, deels dragen Rijk en provincies daar aan bij. Ook gaan we op zoek naar koppelkansen.
We nemen in het landelijk en stedelijk gebied maatregelen om de effecten van lokale piekbuien te kunnen opvangen, we zetten in op het voorkomen van tekorten aan grondwater en we verbeteren de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Ook investeren we in het voorkomen van berm- en bosbranden en versterken we de weerbaarheid van flora en fauna tegen droogte.
2. Hitte
We beperken en voorkomen de hinder van hitte, met name op plekken waar we kwetsbare groepen in verstedelijkte gebieden kunnen beschermen. De keuzes voor maatregelen en locaties nemen we op basis van de uitgevoerde stresstesten.
3. Robuuste ecosystemen
De basis voor een robuust ecosysteem is in veel gebieden in onze gemeente al aanwezig. Het versterken van deze ecosystemen, en vooral het verbinden ervan, kan worden ingezet om de gevolgen van klimaatverandering te dempen en op te vangen. Door de openbare ruimte klimaatadaptief te maken verbeteren we tevens ook de verblijfskwaliteit en de leefomgeving in ons stadshart, onze woonwijken en bedrijventerreinen. Zo kunnen we bijvoorbeeld wateropvang combineren met verkoelingsmaatregelen en kan water de leefomgeving ook aantrekkelijker maken. We gaan door met de aanplant van bomen en kiezen voor meer variatie, meer klimaatbestendige aanplant en waar mogelijk inheemse soorten.
Grondstoffentransitie/afval
Grondstoffen worden schaarser en afval verwerken wordt duurder. We richten ons op vermindering en hergebruik van grondstoffen en het toegroeien naar een meer circulaire economie (zie programma 6), waarin we reststoffen opnieuw gebruiken. Hierbij komt de nadruk meer te liggen op preventie en hergebruik (Circulair Materialenplan als opvolger van het Landelijk Afvalbeheerplan). Onze huidige aanpak van huishoudelijk afval is gericht op afvalscheiding maar daarmee halen we nog niet de landelijke doelstelling. Daarom zijn we samen met Brabantse gemeenten bezig om te kijken naar de haalbaarheid van nascheidingsinitiatieven.
Door de vele afkeur van PMD-afval, dat via ondergrondse container is ingezameld, is nog niet bekend of de huidige middelen toereikend zijn. Eventuele (incidentele) financiële consequenties hiervan of voor oplossingen van dit probleem geven we aan in de programmabegroting.
Met betrekking tot het realiseren van een veilige woonomgeving en de aanpak van zwerfafval en illegale bijplaatsingen is extra capaciteit nodig voor de uitvoering van toezicht en handhaving op dit gebied. Richting de programmabegroting werken we dit verder uit. We betalen dit uit de afvalstoffenheffing.